ONDERWIJS

De Albatros

Onderwijs

De Aldenhove

Onderwijs

De Dukendonck

Onderwijs

De Speelwerkhoeve

Onderwijs

De Springschans

Onderwijs

De Weteringshof

Onderwijs

Het Kompas

Onderwijs

Het Palet

Onderwijs

Het Samenspel

Onderwijs

Maaswaal College

Onderwijs

Prins Clausschool

Onderwijs

Prins Maurits

Onderwijs

ROC Nijmegen

Onderwijs

SSGN

Onderwijs

ZMLK de Horizon

Onderwijs

Prins Clausschool

Onderwijs

Prins Maurits

Onderwijs

SSGN

Onderwijs

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting
Basisonderwijs
– Scholen in de nieuwe wijk Dukenburg (1966)
– De start van het onderwijs (1967 – 1975)
– Nieuwe uitdagingen (1975 – 1985)
– Wet op het Basisonderwijs  (1980 – 1985)
– Wet efficiency en schaalvergroting onderwijs (1985 – 1998)
– Op weg naar een Brede School voor de wijk (1998 – 2016)
Voortgezet onderwijs
– SG De Klokkenberg (1968 – 1993)
– Mavo Martin Luther King / SGD / Dukenburg College (1998 – 1993)
– Maaswaalcollege (1993 – 2007)
– Mondial College (2007 – 2014)
– SSGN (1972 – 1980)

 

 

 

 

 

Samenvatting

In een tijd waarin zuilen en traditie fier overeind staan, maar door de jonge generatie al aan de wortels van de bestaande maatschappij wordt geknaagd, wordt Dukenburg gebouwd. In vijftig jaar tijd is in het onderwijs in Dukenburg dan ook veel veranderd. De kleuterscholen en lagere scholen van toen zijn in veel wijken nu Brede Scholen geworden.

Schoolgebouwen zijn gesloopt of hebben een nieuwe functie gekregen. Ook zijn veel scholen verdwenen, van naam gewijzigd of gaan uit van een onderwijssysteem (Dalton, Montessori), maar het uitgangspunt van ” iedere wijk zijn eigen school (4-12 jaar)”  staat, met uitzondering van de Staddijk (woonwagencentrum), nog steeds overeind.

In Dukenburg zijn er ook scholen voor voortgezet onderwijs en een HBO-instelling geweest. In 2003 is de HBO-instelling verhuisd naar de campus van de universiteit (Heijendaal) en in 2014 is de VMBO-afdeling van het Mondialcollege naar een nieuw gebouw in Lindenholt verhuisd. Met het vertrek van de laatste heeft Dukenburg geen voorzieningen meer voor voortgezet en hoger onderwijs.

Ook in de besturen van het onderwijs hebben veranderingen plaatsgevonden. In de beginfase zijn de schoolbesturen vanuit de traditionele zuilen actief maar door meerdere fusies is vanaf 2008 uiteindelijk nog maar één schoolbestuur voor alle basisscholen in Dukenburg aanwezig: Conexus

BASISONDERWIJS

Scholen in de nieuwe wijk Dukenburg (1966)

Het stadsdeel Dukenburg is op de tekentafel bedacht als een stadsdeel dat bestaat uit wijken met hun eigen voorzieningen: de wijkgedachte. In de plannen voor Dukenburg zijn daarom voor iedere wijk kleuter- en lagere scholen opgenomen. In die tijd zijn er nog aparte kleuter- (4 en 5 jarigen) en  lagere scholen (6-12 jarigen). Een lagere school bestaat uit maximaal zes klassen (7-klassige school). Van parallelklassen (14-klassige scholen) is nog geen sprake.

Gelderlander 22091966Om te weten hoeveel leerlingen er in Dukenburg en de wijken zullen komen is in 1966 een prognose gemaakt. In de Gelderlander  van 22 september 1966 staat dat in totaal in Dukenburg 106 katholieke klaslokalen en 28 niet-katholieke klaslokalen nodig zijn. Omgerekend naar scholen is dit 18 katholieke scholen en 5 niet-katholieke scholen. In iedere wijk zullen twee 7-klassige of één 14-klassige katholieke lagere school worden gebouwd.  De niet-katholieke scholen worden verspreid over Dukenburg en zijn niet wijkgebonden. De gemeente Nijmegen wil minimaal één openbare lagere school in Dukenburg hebben en ook de Stichting tot algemeen Nut heeft aangegeven een Nutsschool te willen stichten in Dukenburg. Daarmee blijft nog ruimte over voor twee scholen. De prognose is dan inmiddels naar beneden bijgesteld. De besturen van de Nutschool en het openbaar onderwijs (gemeente) besluiten begin jaren ’70 de mogelijkheden van een samenwerking tussen openbaar en bijzonder neutraal te onderzoeken. Het resultaat is een nieuwe schoolbestuur waarin openbaar en bijzonder neutraal zijn vertegenwoordigd; de Samenwerkingsschool. De stichting zal de twee overige scholen, die toepasselijk Samenwerkingsscholen heten, in Weezenhof en Tolhuis gaan stichten.  Deze voor Nederland unieke samenwerking zal in meer gemeenten nog een vervolg krijgen. Het is dan veelal een
samenwerking tussen katholiek en protestant onderwijs.

Verzuiling
In de jaren ’60 is de maatschappij in Nederland opgedeeld in vier zogeheten zuilen: protestant, katholiek. liberaal en socialistisch. Het gehele leven speelt zich  af binnen de eigen zuil: onderwijs, sport, media, werk, en ook persoonlijke contacten en relaties. Contacten tussen de zuilen is vrijwel niet aanwezig. Het is ook niet gewenst. Men leest geen krant, gaat niet naar een school of sportvereniging of heeft een relatie met iemand van de andere zuil. Een bekende uitspraak uit die tijd is ‘Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen”. De zuilen brokkelen vanaf de jaren ’60 af. Het duurt echter nog enkele decennia voordat de zuilen vrijwel geheel uit de maatschappij zijn verdwenen.

De start van het onderwijs (1967 – 1975)

De woningen in Dukenburg worden in grote aantallen tegelijk en in snel tempo gebouwd. Woningen worden opgeleverd maar gelijktijdig wordt in de wijk ook nog volop gebouwd. De bouwplaatsen zijn voor de kinderen in die jaren fantastische speelplaatsen. De wegen zijn veelal bouwwegen en vrachtwagens rijden overdag af en aan. Iedereen draagt laarzen vanwege de  modder en de blubber. Als je niet oppast dan zak je met je voeten diep in de modder.

Als de eerste woningen van een wijk in Dukenburg worden opgeleverd zijn de scholen in de wijk nog niet gestart.  De kinderen zijn aangewezen op scholen in de andere wijken. Voor de eerste wijk in Dukenburg, de Aldenhof, betekent dit dat de kinderen naar Hatert naar school gaan. Iedere dag fietsen de kinderen de oude smalle Hatertse brug over op weg naar school en ‘s middags weer terug naar huis.

Eind 1966 wordt gestart met de bouw van de eerste twee lagere scholen in Aldenhof.  Net zoals in Neerbosch-Oost en Hatert zijn het MUWI-scholen (een systeembouwsysteem in twee verdiepingen). Op verzoek van de schoolbesturen worden de volgende scholen volgens het patiomodel gerealiseerd. Een belangrijk voordeel is dat deze scholen een aula hebben. De plannen voor de volgende twee scholen zijn echter al zover dat deze ook nog volgens het MUWi-systeem zijn gebouwd (Meijhorst en Lankforst).

Als het eerste gebouw wordt opgeleverd heeft het RK schoolbestuur Hatert Dukenburg van het Rijk echter nog geen toestemming voor de start van een nieuwe lagere school. Het gebouw wordt daarom tijdelijk in gebruik genomen door de R.K. kleuterschool het Rakkertje. De eerste (kleuter)school in Dukenburg. De school wordt ook gebruikt voor voor de opvang van kleuters uit Hatert. De kleuterscholen starten vaak met één groep. Met de oplevering van de woningen in de wijk groeien de scholen al snel naar twee of drie groepen. Dit is ook de maximale capaciteit van de kleuterschoolgebouwen in Dukenburg. In de klassen zitten soms wel 40 kleuters.

Een half jaar later, op 1 februari 1968 wordt de eerste lagere school van Dukenburg, de R.K. lagere school J.F. Kennedy (2016: de Aldenhove) geopend. Ook de lagere scholen starten vaak met een onderbouw en groeien daarna door tot volwaardige scholen. In die tijd is het dan ook heel gewoon dat scholen medegebruik maken van elkaars gebouwen. Na enkele jaren, als de scholen volgroeid zijn in aantal groepen, het onderwijs zijn vorm en inhoud hebben gekregen, hebben de scholen ook de beschikking over een eigen gebouw. De pioniersfase is beëindigd.

Het “opbouwen van een school”

In de pionierstijd is een belangrijke taak van de directeur het opbouwen van de school. De directeuren van de scholen zijn jong en hebben vaak nog niet veel ervaring als directeur. De baan van directeur doe je in die tijd ook nog eens naast het iedere dag lesgeven aan je eigen klas.  Vrijstelling in tijd voor de werkzaamheden van directeur volgt pas veel later.

Het opbouwen is meer dan aan de administratieve regels voldoen. Voor het opstellen van de jaarlijkse begrotingen en het rooster weten de directeuren elkaar te vinden. Degene met ervaring helpt de degene met minder ervaring. Dit gebeurt echter alleen binnen de zuilen. Contacten en samenwerking tussen scholen van verschillende zuilen is er niet. De onderwijsinspectie ziet toe of de regels worden nageleefd. In Dukenburg is in de eerste jaren de heer Schols de schoolinspecteur. Het toezicht houdt ook in dat bijvoorbeeld wordt gekeken of kinderen netjes omgaan met de schoolspullen en of de onderwijzers het schoolwerk goed en op tijd nakijken. De heer Schols zit regelmatig in een van de klaslokalen.

De school moet ook bouwen aan zijn eigen identiteit. Niet alleen vanuit de zuil en het onderwijs maar nog veel meer het zoeken naar een verbinding met de wijk, de ouders van de leerlingen. In een nieuwe wijk is echter nog geen samenhang aanwezig. Bewoners komen uit verschillende wijken en hebben verschillende achtergronden. Ook de directeuren hebben hun eigen achtergrond. Het is aan de directeur om elkaar te vinden, op één lijn te komen. De maatschappij is daarbij ook volop in beweging. Bestaande tradities en uitgangspunten staan ter discussie als Dukenburg wordt gebouwd. Een tijd van inspraak, democratie en vrijheid. Ouders willen en eisen inspraak op het onderwijs aan hun kinderen. Een wettelijke ouderraad met bevoegdheden en taken is nog niet geregeld. De ouders en school geven hier zelf invulling aan. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat ouders in de klas aanwezig zijn om mee te denken en invloed uit te oefenen. Het is daarbij aan de directeur om hier grenzen aan te stellen. De ene directeur is daar strenger in dan de ander. Het is een leerproces voor de ouders, de onderwijzers en de directeuren.

Tot slot moet een directeur ook een team opbouwen en vorm en inhoud geven aan het onderwijs. De scholen groeien snel en nieuwe leerkrachten moeten worden aangenomen. De directeur moet stap voor stap bouwen aan zijn team en tegelijkertijd ook samen met het team werken aan het vorm en inhoud geven van het onderwijs. Nieuwe vormen van onderwijs doen in die tijd hun intrede. Onderwijssystemen als Dalton, Jenaplan en Montessori zijn bekende voorbeelden die ook in Dukenburg hun weg hebben gevonden.

De eerste periode van het onderwijs is samengevat de directeur de spin in het web. Een web waaraan van alle kanten wordt getrokken. Het is voor hem de kunst en het leerproces om het web heel te houden en niet zelf en de school ten onder te laten gaan.

Nieuwe uitdagingen (1975 – 1985)

Na de pioniersfase, eind jaren 70 en de jaren ’80, staan de scholen voor nieuwe uitdagingen. De wijken zijn afgebouwd en de kinderen worden ouder, verlaten de lagere school en gaan naar het voortgezet onderwijs.  Het aantal kinderen in Dukenburg neemt af waardoor de concurrentie tussen de scholen wordt vergroot. Het profileren van de school in een tijd van verdere ontzuiling wordt steeds belangrijker. Ook Dukenburg verandert. Dukenburgers van de eerste generatie verhuizen naar plaatsen als Wijchen, Malden en Beuningen. Hiervoor in de plaats komen onder meer mensen uit de arbeidsbuurten van Nijmegen. Hun woningen worden gerenoveerd en een optie is voor hen verhuizen naar Dukenburg. Ook wordt de bevolking van Dukenburg multicultureel. Ook door de opvang van vluchtelingen. De groep Vietnamese bootvluchtelingen die eind jaren ’70 in Dukenburg komt wonen is hiervan een voorbeeld. Ook komen meer migranten van de de tweede en derde generatie in Dukenburg wonen. De verbinding met de buurt verandert en de scholen moeten hier een antwoord op geven. Naast de sluiting van een aantal scholen leidt de behoefte van ouders aan nieuwe onderwijssystemen in 1980 ook tot de stichting van een nieuwe school in Dukenburg; de Montessorischool Dukenburg.

Wet op het Basisonderwijs  (1980 – 1985)

Eind jaren ’70 worden door het Rijk plannen voorbereid om kleuterscholen en de lagere scholen te gaan samenvoegen tot basisscholen. Om kennis en ervaring op te doen gaan 15 scholen in Nederland starten met de basisschool, de zogeheten experimenteelscholen. Een van deze scholen staat in Dukenburg,  de Weteringshof. Na de eerste ervaringen worden in 1980 meer scholen gevraagd proef te gaan draaien. In Dukenburg besluiten kleuterschool de Notedop en de lagere school de Eikenhorst mee te gaan doen.

In 1985 wordt de Wet op het Basisonderwijs van kracht: kleuterscholen en lagere school gaan definitief samen, fuseren, tot basisscholen. Bekende schoolnamen in Dukenburg verdwijnen omdat veel scholen kiezen voor een nieuwe naam voor de nieuwe basisschool. In combinatie met de afname van het aantal leerlingen verhuizen veel kleutergroepen naar het gebouw van de lagere school waar de kleuterschool mee samen is gegaan. De gebouwen voor het kleuteronderwijs verliezen hierdoor hun functie en worden in gebruik genomen voor een andere functie of het gebouw wordt gesloopt.

Wet efficiency en schaalvergroting onderwijs (1985 – 1998)

Het beleid van de overheid is in de jaren ’80 gericht op efficiency en schaalvergroting. De 7-klassige school waar Dukenburg meer gestart is, is verleden tijd. De 14-klassige school is de standaard geworden. In combinatie met een terugloop van het aantal leerlingen leidt dit in Dukenburg tot de sluiting van een aantal scholen. Eind jaren ’90 is het aanbod van onderwijs dan ook sterk veranderd. In iedere wijk is nog maar één school aanwezig en de betekenis van de zuilen is naar de achtergrond gedrongen en heeft plaatsgemaakt voor  denken vanuit het onderwijs.

De meeste Rooms-Katholieke lagere scholen uit de eerste jaren zijn opgeheven en of gefuseerd met een andere school. In totaal zijn in Dukenburg nog twee katholieke basisscholen over. Bij de protestant-christelijke scholen is een van de drie scholen gesloten door een fusie. Het aanbod van openbaar en bijzonder neutraal onderwijs is met de komst van de Montessorischool met één toegenomen. Het initiatief van de  samenwerkingsscholen heeft het in Dukenburg niet gered. Beide scholen zijn gefuseerd. Het Samenspel met de Nutsschool en het Tolhuis met de openbare basisschool Duckendonk.

Op weg naar een Brede School voor de wijk (1998 – 2016)

Eind jaren ‘90 wordt het concept van de brede buurtschool in Nederland actueel. In diverse gemeenten, waaronder ook Nijmegen, wordt dit concept verder uitgewerkt. De doelstelling is te zorgen voor betere ontwikkelingskansen van de kinderen.  In Nijmegen worden vanaf 1998 onder de naam Open Wijkschool de eerste projecten opgestart. In 1999 sluiten ook vijf Dukenburgse scholen zich bij dit initiatief aan. De scholen in de wijken Malvert, Lankforst en Weezenhof doen niet met het initiatief mee.

Uit een evaluatie uit 2009 van de Open Wijkschool blijkt dat het concept een succes is geworden.De Open Wijkscholen hebben gezorgd voor een plek van ontmoeting en activiteiten, niet alleen voor de kinderen maar ook voor de ouders en de wijk. Het concept van brede buurtschool ontwikkelt zich landelijk verder en leidt tot het ontstaan van het concept van de Brede School. In Nijmegen is de doelstelling begin 2000 dat alle Open Wijkscholen doorgroeien naar Brede Scholen. In Nijmegen is in 2010 door de gemeente hiertoe de volgende strategische doelstelling geformuleerd:  ‘In de toekomst moet ieder kind in Nijmegen, van geboorte totdat het naar het Voortgezet Onderwijs gaat, gebruik kunnen maken van een arrangement dat aansluit op de individuele behoefte en mogelijkheden’. In de afgelopen jaren zijn de vier Dukenburgse Scholen uit het project daadwerkelijk doorgegroeid tot Brede Scholen.

MIDDELBAAR ONDERWIJS

De schoolbesturen in Nijmegen zien in de jaren ’60 voor Dukenburg ook kansen en mogelijkheden voor het stichten van middelbaar onderwijs. Vanuit de protestante, het schoolbestuur de Klokkenberg, en vanuit de katholieke zuil, het schoolbestuur Hatert-Dukenburg, worden de plannen uitgewerkt. Beide scholen willen, nu de Mammoetwet in 1968 van kracht is geworden, brede schoolgemeenschappen voor mavo/havo en vwo in Dukenburg oprichten. De scholen willen door samenwerking beide scholen tot een succes maken.

SG De Klokkenberg (1968 – 1993)

De Klokkenberg start in 1968 met een dependance van de mavo-Klokkenberg in de Meijhorst. In 1976 besluit het bestuur door een aantal ontwikkelingen de plannen bij te stellen en te kiezen voor een brede scholengemeenschap voor mavo-lbo. In dat jaar start de school met een brugklas van het lbo in het Zwanenveld (gebouw van het voormalig Streekcentrum). Twee jaar later is het semipermanente gebouw voor de gehele scholengemeenschap in Zwanenveld gereed. De tijdelijke huisvesting in de Meijhorst wordt verlaten. In 1980 besluit het ministerie de gebouwen als permanent aan te merken. De nieuwbouwplannen, een permanent gebouw, zijn daarmee uit het zicht. Meer informatie …

Mavo Martin Luther King / SGD / Dukenburg College (1998 – 1993)

De stichting Hatert-Dukenburg start in 1968 ook met een mavo, de ds. Martin Luther King. De school is het eerste jaar in een noodbouw in Hatert gehuisvest. Na een jaar wordt de stap over het kanaal gemaakt en is de school in de nog leegstaande lokalen van de Albert Schweitzerschool gehuisvest. Weer een jaar later volgt de verhuizing naar de houten noodlokalen in de Lankforst, tegenover Huize Duckenburg. Op deze locatie groeit de school uit tot een volwaardige scholengemeenschap van mavo, havo en vwo. Na de toestemming om met havo te starten is de naam van de school gewijzigd in Scholen Gemeenschap Dukenburg, in Dukenburg beter bekend als SGD. De huisvesting laat te wensen over en met alle middelen wordt gewerkt aan het realiseren van een permanent gebouw in Dukenburg. In 1983 is het zover, de nieuwbouw aan de Streekweg wordt geopend. De naam van de school verandert in Dukenburg College. Het schoolxomplex in de Lankforst wordt afgebroken. Begin jaren ’90 worden op de locatie woningen gebouwd. Meer informatie ,,,

Maaswaalcollege (1993 – 2007)

De onderwijsontwikkelingen in de regio staan niet stil. Eind jaren ’80 wordt een begin gemaakt met de fusie van het Dukenburg College, de Klokkenberg en de Scholengemeenschap Wijchen tot een nieuwe scholengemeenschap lbo, mavo, havo en vwo voor Dukenburg en Wijchen. In 1993 is de fusie een feit. De nieuwe naam van de school is het Maaswaal College. Het gebouw aan de Streekweg wordt verbouwd en uitgebreid tot de afdeling mavo-lbo. De locatie in Zwanenveld wordt verlaten. Meer informatie …

Mondial College (2007 – 2014)

De ontwikkelingen gaan verder en in 2007 ontstaat in Lindenholt een nieuwe scholengemeenschap, het Mondial College. De afdeling mavo-lbo van het Maaswaalcollege is een van de fusiepartners. Voor de afdeling mavo-lbo wordt in 2014 een nieuw gebouw in de Meeuwse Acker (Lindenholt) geopend. Het gebouw aan de Streekweg  wordt verlaten en komt leeg te staan. De gemeente Nijmegen gebruikt het gebouw tijdelijk als kantoorgebouw. In 2016 krijgt het gebouw weer een onderwijsfunctie. Het COA huurt het gebouw als school voor de vluchtelingen die in Heumensoord in een noodopvang zitten, de Heumensoordschool.

SSGN (1972 – 1980)

Naast deze scholen voor voortgezet onderwijs gericht op Dukenburg is er in de periode 1972 -1980 ook nog een dependance van de SSGN in Dukenburg geweest. De school heeft twee jaar medegebruik gemaakt van lokalen in basisschool van de Vos Reijnaerde. Daarna is in de Aldenhof een semipermanent gebouw geplaatst. Na het gereedkomen in 1980 van de nieuwbouw aan de IJsbeerstraat verlaat de SSGN Dukenburg. In het vrijgekomen schoolgebouw wordt de Montessorischool gehuisvest. In 1987 verhuist deze school naar de Malvert waarna het semipermanente gebouw wordt afgebroken. Op de locatie worden begin jaren ’90 woningen gebouwd.

 

 

 

 

Door de site te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies' om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met uw bezoek op deze website zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen. Wij gebruiken cookies voor het kunnen tonen van sommige content en om de bezoekersstatistieken bij te houden.

Sluiten