Dukenburg herbergt meerdere gewone bijzondere mensen, die in dit ‘dorp in de grote stad’ rustig tot uitbundig functioneren. Zo was ons stadsdeel vierenveertig jaar lang het opvallende maar goed verborgen en buitengewoon geliefde thuis voor een buurtbewoner die intussen wel een wijd bekend kunstenaar was: Ted Felen. Geboren in de Groenestraat, ontwikkelde hij in zijn jonge jaren een passie voor glas. Hij werd hiervoor ook opgeleid. Zijn eerste werken leverden hem al zodanig naam op, dat jonge meiden Ted om zijn handtekening vroegen. Hij verdacht de dames ervan dat ze zijn signatuur voor grof geld verpatsten. Ted noemde zich overtuigd glazenier; het woordje bevlogen zou daar prima bij gepast hebben. Om die hoedanigheid van schepper van prachtig glas-in-lood raam- en deurpartijen brachten de Dukenburger redactie en fotograaf een bezoekje aan Ted op een nazomerse dag zes jaar geleden. De oude boerderij* waarin hij woonde en werkte, was eveneens typerend voor de persoon Ted Felen: een visitekaartje van helemaal zichzelf.
‘Kom binnen’, nodigde Ted uit in de deuropening van de keuken, die in het Openluchtmuseum Arnhem niet zou misstaan. ‘Zullen we buiten gaan zitten?’, vervolgde de veelzijdig kunstenaar, terwijl hij voorging door de woonkamer met krakende houten vloer, ook zo retro als de pieten. Buiten op het terrasje met tuinmeubilair kon je je midden in het bos wanen, de brandnetels groeiden er tot kniehoogte. Ted noemde zijn huis en tuin zijn paradijs. In het artikel over hem in ons blad van oktober 2009 is uitgebreid terug te lezen wat de kunstenaar boeide en inspireerde tot zijn prachtige kunstuitingen. Badinerend over zijn periode van werken met hout: ‘Stoffige timmerdingen, die zwaar zijn en veel plaats innemen’, liet hij de mooist denkbare houtbewerkingen zien. Om dat atelier te bereiken was Ted opnieuw vooruitgelopen. Dwars door de brandnetels, waarop het bezoek qua kleding niet was verdacht, maar Ted deerden de prikplanten niet. Integendeel, want in deze wildernis gebeurden de wonderlijkste zaken rond kikkers, egels, vleermuizen en lieveheersbeestjes, die het tot Teds paradijs maakten en hem intrigeerden.
Van 1971 tot kerst 2015 mocht hij hier genieten van zijn dagelijkse artistieke bestaan. Met zijn vrouw had hij de afspraak gemaakt: ‘Ik verlaat dit atelier pas weer in mijn kist…’
Hij overleed echter in het verzorgingshuis Joachim en Anna, op dinsdag 5 januari 2016, 84 jaar geworden. Zijn afscheid voor zijn laatste reis naar dat andere paradijs vond plaats op maandag 11 januari in de Dominicuskerk.
Bron: Hette Morrien De Dukenburger januari 2016