Drie generaties Zegers hebben op de boerderij gewoond. Met de aanleg van de nieuwe wijk verdwenen de boerenbedrijven meer en meer uit het gebied. Dit gold ook voor de boerderij van de familie Zegers. De agrarische gronden werden bebouwd en vanaf 1967 kreeg de boerderij een andere functie. Het werd eerst de Ontmoetingskerk, de bibliotheek zat er een tijdje in en daarna een jongerencentrum. De laatste vijftien jaar is de boerderij in verval geraakt. Door de brand in oktober 2007 ging een deel van de boerderij verloren. In 2019 werd het overgebleven deel van de boerderij gesloopt.
Met de opening van het Zegerspad in 2016 wordt het agrarisch verleden, zoals dat zich afspeelde in de jaren 1920-1966, levend gehouden. Ook enkele andere paden kregen een naam die verwijst naar de historie van Dukenburg. (Zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-41992.html )
Vier nazaten van de eerste bewoners vertelden over hun herinneringen aan de boerderij:
Vóór 1930 woonden Piet Zegers en Johanna van de Burgt met hun elf kinderen in Reek. In een boerderij aan de weg van Grave naar ’s-Hertogenbosch. Dit boerenbedrijf was echter te klein om de kinderen later een agrarische toekomst te bieden. Met een positieve aanbeveling van de burgemeester van Reek stelde de gemeente Nijmegen een grote langgevelboerderij meter beschikbaar aan de Graafscheweg 781. Ruim genoeg voor het hardwerkende gezin en voldoende hectares grond rondom.
De verhuizing bestond uit een kilometerslange voetreis van het complete gezin en alle vee. De ‘Dukenburg/Meijhorst’-boerderij was één van de weinige in het zuidwestelijke Nijmegen.
Naaste buur Koedam met appelboomgaarden had zijn huis achter het (‘Douglas’)-bosje. Met de Koedammen was er goed contact, ook al waren die protestants en kwam bij de familie Zegers meneer pastoor uit Hatert over de vloer. Elke zondag was er de rit naar de kerk over een zandpad langs het kanaal. Met paard en dresseerkar, met een tractor of op de fiets.
De jongedames moesten hoeden dragen. Om te voorkomen dat die door windvlagen in het kanaalwater zouden belanden, werden de hoofddeksels gestationeerd bij de verwante familie Giesbers in Hatert. Elke zondag was er het verplichte ‘Dukenburg/Meijhorst’-bezoek bij oma met chocola met peperkoek. Op enig moment was het gezelschap zo groot dat men met viermaal elf familieleden kon voetballen.
De schuur
In het Atrium van Wijkcentrum Dukenburg kwamen deze herinneringen ter (uit Dukenburgs hout vervaardigde) tafel. Het wijkcentrum staat op de plek waar vroeger de schuur stond. In die schuur speelden zich vermaarde gezellige feesten af. Met dennentakken en slingers werd de opslagplaats tot feestruimte omgetoverd. Toen Piet en Johanna 50 jaar getrouwd waren werd er een tent gebruikt. Want ook buren uit de wijde omtrek waren uitgenodigd.
Andere feesten betroffen geboortes, Eerste Communies, huwelijken en verjaardagen.
En niet te vergeten de oogst- en slachttijd. Natuurlijk bestond het leven niet alleen uit feesten.
Integendeel, er moest keihard gewerkt worden om de oogst op tijd binnen te halen. Het sprak vanzelf dat naast de eigen kinderen ook aanhang en kleinkinderen acte de présence gaven.
Echt iedereen werd ingeschakeld, terwijl er in de zomervakantie hulp bij kwam van jongens en een broeder (geestelijke) uit Vught. Vakantie was destijds ondenkbaar, maar met deze jongens – waarschijnlijk verkenners – over de vloer, was er toch iets extra’s en vooral drukte.
Er werd gezamenlijk gegeten en ’s avonds was er kampvuur in een geweldige sfeer. Maar dan de vrouwelijke tegenhangers van deze gozers de gidsen, soms wel een zolder vol! Dat vonden de jongemannen helemaal niet verkeerd.
Aan het dorsen vele winterweken lang zijn de herinneringen toegespitst op het sjouwen met loodzware zakken. De één probeerde de ander te overtreffen door tot 80 kilo te verstouwen.
Het slachtvlees is een verhaal apart: het beste van het varken ging naar meneer pastoor. De (aangetrouwde) familie kreeg ook flink toegeschoven.
Het was zelfs zo dat een achtjarig neefje vanuit Beuningen op de fiets naar de drukke Graafscheweg werd gedirigeerd om vlees op te halen. Johanna (Hanne) was een lieve moeder en oma en deelde bij voorkeur al het slachtvlees met haar kroost.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten op het boerenerf vier spionnen ondergedoken. Alleen Piet en Johanna wisten dit, ook van onderduikers bij boerengezinnen uit de buurt. Bij één van hen werd huiszoeking gedaan, maar de joodse jongeman die onder een bed lag werd gelukkig niet gevonden.
Piet senior had zijn radio verstopt in de bijenkast en zoon Frans bracht een piloot naar het station onder een lading hooi. Ook aan Canadese soldaten die tijdens de bevrijding ‘Dukenburg’ aandeden, werd onderdak verleend. Bed & Breakfast en de mogelijkheid om op adem te komen, de strijd was nog niet gestreden in frontstad Nijmegen.
Motorisering
In de na-oorlogse jaren bestond het boerenleven nog volop uit handwerk, de fiets en paard met wagen. Langzaamaan kwam daarin verandering, zo ook op de Zegersboerderij. Wat een enorme verandering was het toen de eerste tractor werd aangeschaft: ergens begin jaren vijftig een oranje Allis Chalmer met twee voorwielen vlak naast elkaar. Met deze tractor werd het vele werk verzet dat voor de paarden in de zware klei heftig was. Zoon Piet werd de vaste bestuurder. Hilariteit alom toen Piets voet door de gladde klei van de koppeling schoot en hij met tractor en al het Dukenburgs’ kanaal in verdween. Alleen het stuur kwam nog boven water uit. Het was precies de plek waar veel Zegers(klein)kinderen hun eerste zwemslagen oefenden. Enkele jaren later werd een zwaardere tractor bijgekocht en inmiddels beschikte de familie ook over een heuse zwarte Citroën Traction Avant met prachtige spatborden. Kortom, de moderne tijd drong door op de boerderij. Het leven werd efficiënter en er werd volop geproduceerd. Het was een drukke, maar ook gezellige tijd. Niemand kon bevroeden welke veranderingen er op til stonden.
Nieuwbouwwijk
De bevolkingsgroei van Nijmegen ging na de oorlog steeds sneller. Er ontstond behoefte aan ruimte voor nieuwbouw. Begin jaren zestig rolde het hedendaagse Dukenburg van de tekentafel; in 1966 ging de eerste paal de grond in. Boerengezinnen werden ‘uitgekocht’, geen makkelijke tijd voor de Dukenburgers van toen. Het was helaas onontkoombaar. Zoals boven omschreven kreeg de boerderij vanaf 1967 een nieuwe bestemming totdat in 2019 het restant gesloopt werd.
Het was een vurige wens van de familie dat dit laatste stukje herinnering aan die mooie tijd intact blijft. Want wat de familie Zegers kenmerkt, is de hechte band die er tot op de dag van vandaag bestaat. Eens in de vijf jaar is er een familiereünie. De laatste vond plaats in 2018.
Bron: De Dukenburger oktober 2016
Voor alle overige herinneringen klik HIER