Structuuronderzoek

Het structuuronderzoek

In het structuuronderzoek uit 1963-1964 (vier deelnota’s) wordt vastgesteld dat voor de toekomstige groei van Nijmegen, naast de bouw van 5.000 woningen in de bestaande stad, ook Duckenburg (9.000 woningen) en de Ooij (17.000 woningen) bebouwd moeten worden.structuuronderzoek
Het landgoed Dukenburg had als voordeel dat er slechts één eigenaar was. Gekozen werd daarom om als eerste te gaan bouwen aan ‘de overkant’ van het in 1925 aangelegde Maas-Waalkanaal. Ook al lag dat ver van het stadscentrum verwijderd.
De uitbreiding Ooij zal na Dukenburg als volgende uitbreiding worden gerealiseerd. Met de realisatie van beide uitbreidingen zal de gemeente echter nog steeds een tekort aan woningen hebben. De plannen voor de Ooij gaan uiteindelijk niet door omdat minister Schut met een ministeriële aanwijzing het bouwen in de Ooij verbiedt.
De gemeente wordt daarmee gedwongen om meer woningen te gaan bouwen aan de overzijde van het kanaal, het stadsdeel Lindenholt. Dit stadsdeel komt ten noorden van Dukenburg te liggen. De nieuwe plannen hebben ook gevolgen voor Dukenburg. In het bestaande plan is centraal in Dukenburg, in de wijk Meijhorst, het centrale hart van het stadsdeel gepland.
Met de plannen voor Lindenholt wordt het Groot Winkelcentrum begin jaren 70 verplaatst naar een centrale plaats in de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt, de wijk Zwanenveld. Een locatie die aansluit op de ontsluitingswegen van beide stadsdelen en op het spoorwegennet.
In 1973 wordt station Dukenburg geopend en het groot winkelcentrum in 1976. Op de oude locatie in de Meijhorst wordt een wijkwinkelcentrum en een wijkcentrum met zwembad gerealiseerd. Het resterende gebied wordt herontwikkeld voor woningbouw. De flats aan de 60e straat in de Meijhorst zijn restanten van de oude plannen die wel gerealiseerd zijn.